Gemeenschappen dragen bij aan de cultuur en het cultureel erfgoed. In de Erfgoedwet 2016 is cultureel erfgoed gedefinieerd als ‘uit het verleden geërfde materiële en immateriële bronnen, die in de loop van de tijd tot stand zijn gebracht door de mens of zijn ontstaan uit de wisselwerking tussen mens en omgeving, die mensen onafhankelijk van het bezit ervan, identificeren als een weerspiegeling en uitdrukking van zich voortdurend ontwikkelende waarden, overtuigingen, kennis en tradities, en die aan hen en toekomstige generaties een referentiekader bieden’. Het gaat dus om voorwerpen die belangrijk zijn voor een land en die hiermee bijdragen aan een beter begrip van de geschiedenis en identiteit.
Beschermd erfgoed in Nederland
Vanaf 1 juli 2016 is in Nederland de Erfgoedwet van kracht geworden. In deze wet is opgenomen wat tot het wettelijk beschermde erfgoed in Nederland behoort. Indien deze voorwerpen onrechtmatig het grondgebied van Nederland verlaten en aangetroffen worden in een van de lidstaten van de EU of in de landen die zijn aangesloten bij het UNESCO-verdrag 1970, kunnen ze in aanmerking komen voor een teruggaveprocedure.
Wettelijke bescherming
In hoofdstuk 3 van de Erfgoedwet is opgenomen wat in Nederland als beschermd erfgoed is aangewezen. Dit betreft (rijks)monumenten en archeologische monumenten, cultuurgoederen, verzamelingen of ensembles, en gemeentelijk en provinciaal erfgoed.
Verbod
In de Erfgoedwet is in artikel 4.22 opgenomen wat niet zonder schriftelijke toestemming van de eigenaar buiten Nederland mag worden gebracht:
- Een cultuurgoed dat deel uitmaakt van een openbare collectie die is vermeld in de inventarislijst van een museum, een archief of een vaste collectie van een bibliotheek, en waarvan de Staat of een ander openbaar lichaam eigenaar is;
- Een cultuurgoed dat deel uitmaakt van een inventarislijst van cultuurgoederen van cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis waarvan een kerkgenootschap, een zelfstandig onderdeel daarvan, of een ander genootschap op religieuze grondslag eigenaar is;
- Een cultuurgoed dat deel uitmaakt van een openbare collectie die is vermeld in de inventarislijst van een museum, een archief of een vaste collectie van een bibliotheek, en waarvan de eigendom berust bij een privaatrechtelijke rechtspersoon die in overwegende mate wordt gefinancierd door subsidie die door de Staat of een ander overheidslichaam wordt verstrekt, en die door onze Minister voor de toepassing van dit verbod is aangewezen
- Een cultuurgoed dat deel uitmaakt van de lijst van museale cultuurgoederen van de Staat, bedoeld in artikel 2.6, tweede lid; dit betreft de museale cultuurgoederen van de Staat die aanwezig zijn bij onze Ministers wie het aangaat, de colleges van staat en de instellingen aan wie museale cultuurgoederen van de Staat in beheer zijn gegeven.
- Rijksmonumenten en onderdelen daarvan;
- Onrechtmatig opgegraven archeologische vondsten; en
- Archiefbescheiden en onderdelen daarvan als bedoeld in artikel 1, onder c, onder 1 tot en met 3, van de Archiefwet 1995, die ouder zijn dan 50 jaar.
Ook voorwerpen die zijn opgenomen in het Register beschermde cultuurgoederen en beschermde verzamelingen als bedoeld in artikel 3.11 mogen niet zonder schriftelijke toestemming van de Minister buiten Nederland worden gebracht. Dit is opgenomen in de Erfgoedwet in artikel 4.5, tweede lid. Verplaatsingen binnen Nederland moeten worden gemeld aan de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed (artikel 4.4).
Deze voorwerpen mogen, met toestemming van de Minister, wel tijdelijk buiten Nederland worden gebracht, zoals voor restauratie of tentoonstellingsdoeleinden.
Beschermd erfgoed in andere landen
Wat tot het beschermde culturele erfgoed van een land hoort, is aan elk land om dat zelf te bepalen. In het algemeen zijn het voorwerpen die een belangrijke relatie hebben met de oudheidkunde, de prehistorie, de geschiedenis, de letterkunde, de kunst of de wetenschap. Deze algemene omschrijving is ontleend aan de definitie uit het UNESCO-verdrag 1970 (artikelen 1, 4). De meeste landen hebben dit overgenomen, en aangepast aan de eigen, nationale situatie. Bij een teruggaveprocedure gaat het erom dat de voorwerpen van wezenlijk belang zijn voor het cultureel erfgoed van een land en in de nationale wetgeving zijn omschreven.
Meer informatie over wat wettelijk beschermd is in andere landen, is te vinden in de database nationale cultuurwetgeving van UNESCO, of in het Compendium en in het European Heritage Network (Herein) van de Raad van de Europa. Ook de Rode Lijsten van de International Council of Museums geven inzicht in categorieën voorwerpen die belangrijk zijn voor een bepaald land. Daarnaast kan informatie worden ingewonnen via de websites van onder meer de ministeries van cultuur.
Indien wettelijk beschermde voorwerpen uit andere landen onrechtmatig uit dat land worden uitgevoerd en in Nederland worden aangetroffen, kunnen ze worden teruggevraagd door de autoriteiten in de landen van herkomst. Dit is in Nederland geregeld in de Erfgoedwet. Daarnaast is de wettelijke bescherming voor het culturele erfgoed in Irak en Syrië geregeld in de Sanctieregelingen voor deze landen en voor Oekraïne met een aparte sanctiemaatregel.
Toezicht
De Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed houdt toezicht op het bepaalde in de Erfgoedwet en de Sanctieregelingen voor Irak en Syrië en de sanctiemaatregel Oekraïne.
Aanvullende regelingen
Indien wettelijk beschermd erfgoed de buitengrenzen van de EU passeert, kan een uitvoervergunning nodig zijn cf. Verordening nr. 116/2009. Een vergunning is vereist voor voorwerpen boven een bepaalde waarde of ouderdom. Dit vergunningstelsel is voor alle EU lidstaten hetzelfde.
Als voorwerpen worden aangetroffen op het grondgebied van een van de lidstaten van de EU, of in de landen die zijn aangesloten bij het UNESCO-verdrag 1970, dan kunnen ze in aanmerking komen voor een teruggaveprocedure. Zo’n procedure kan worden ingesteld onder de werking van Richtlijn 2014/60/EU of het UNESCO-verdrag 1970. Deze wettelijke regelingen zijn opgenomen in de Erfgoedwet (zie respectievelijk artikel 8.8 en hoofdstuk 6 paragraaf 1).
Ook voor het culturele erfgoed van Irak, Syrië en Oekraïne geldt bescherming, als deze voorwerpen na resp. 6-8-1990, 15-3-2011 en 1-3-2014 uit deze landen zijn uitgevoerd zonder toestemming van de autoriteiten.
Deze pagina is aangepast op 11-7-2024.