Certificatieschema Archeologie
Wie archeologische werkzaamheden wil uitvoeren, moet beschikken over een certificaat voor die werkzaamheden.
Dat is geregeld in de Erfgoedwet: zonder certificaat geldt een opgravingsverbod (artikel 5.1 Erfgoedwet). Organisaties kunnen een certificaat aanvragen bij Certificerende Instellingen. Deze verstrekken dit als organisaties voldoende aantonen dat zij opgravingen op een professionele wijze kunnen verrichten.
Hiertoe is een Certificatieschema Archeologie opgesteld waarin kwaliteitszorg is verankerd. Dit schema bestaat uit een Beoordelingsrichtlijn (BRL SIKB 4000 Archeologie) en een normdocument (Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, KNA). De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wijst het Certificatieschema aan, waar certificaathouders zich aan moeten houden.
Beoordelingsrichtlijn Archeologie (BRL SIKB 4000 )
In de Beoordelingsrichtlijn staan de eisen voor een opgravingscertificaat. Het gaat om eisen aan het proces van archeologische werkzaamheden bij opgravingen en om eisen aan het kwaliteitssysteem van de gravende organisatie. Daarnaast staan er ook eisen in aan de wijze van certificeren (door en voor de Certificerende Instelling). Per 1 juli 2018 is versie 4.1 van de BRL SIKB 4000 Archeologie van kracht.
Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie
In de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) staan de minimale vereisten waaraan een organisatie moet voldoen bij het uitvoeren van werkzaamheden vanwege de archeologische monumentenzorg. Het beheer van de KNA is in handen van het Centraal College van Deskundigen (CCvD) Archeologie. Het CCvD is onderdeel van de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB). De KNA kunt u downloaden op de website van de SIKB. Per 1 juli 2018 is de versie 4.1 van de KNA van kracht.
Inspectie
Organisaties met een certificaat vallen onder het toezicht van de Certificerende Instelling waar zij hun certificaat hebben aangevraagd. Sommige organisaties zijn uitgezonderd van het opgravingscertificaat. De Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed ziet toe op opgravingen die door hen worden uitgevoerd. Incidenteel ziet de Inspectie toe op opgravingen die worden uitgevoerd door organisaties die een certificaat hebben.
De resultaten van de individuele inspecties bij vrijgestelden van de certificatieplicht worden alleen voorgelegd aan de betreffende uitvoerder. Doel is dat de uitvoerder eventuele tekortkomingen herstelt of in de toekomst voorkomt. Als de tekortkomingen zeer ernstig zijn of vaker voorkomen, wordt de Minister van OCW hierover geïnformeerd. Deze kan dan eventueel sancties opleggen.
Incidentele inspecties bij certificaathouders zullen over het algemeen niet leiden tot een inspectierapport. Wel zullen ernstige tekortkomingen bij certificaathouders worden gemeld aan de Certificerende Instelling.
Wilt u een certificaat aanvragen? Richt u dan tot een van de Certificerende Instellingen. Deze zijn te vinden op de website van de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB).