Iedereen die een voorwerp vindt waarvan hij vermoedt dat het om een archeologische vondst gaat, is verplicht dit zo spoedig mogelijk te melden bij de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap (artikel 5.10 lid 1 Erfgoedwet). Dit geldt niet alleen voor vondsten die per toeval gevonden worden, maar ook voor vondsten die met een metaaldetector aan het licht gekomen zijn. Hoe u vondsten meldt, wordt hieronder verder uitgelegd.
Het ‘melden bij de Minister’ houdt in de praktijk in dat op internet een zogenaamd ‘vondstmeldingsformulier’ ingevuld moet worden. Dit is te vinden op de website van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed:
Het formulier is eenvoudig in te vullen: er moet opgegeven worden wat u gevonden heeft, waar en wanneer, en eventueel kunt u een foto uploaden. Het vergt maar een paar minuten.
Het melden van vondsten is heel waardevol voor archeologen. Met elke vondst kan de reconstructie van ons verleden uitgebreid worden. Wie weet levert uw vondst wel net een belangrijke bijdrage aan het archeologische verhaal of moeten eerdere ideeën over het verleden bijgesteld worden.
Vindt u het moeilijk om het vondstmeldingsformulier in te vullen?
Als er contact opgenomen wordt met een archeologisch depot, een ArcheoHotSpot of een gemeentelijke medewerker op het gebied van archeologie, is er altijd wel iemand te vinden die wil helpen bij het invullen van het vondstmeldingsformulier van de RCE. En vaak wordt uw vondst dan ook nog voor u gedetermineerd, zodat u weet hoe oud, zeldzaam of bijzonder deze is, en waarvoor hij werd gebruikt.
Vindt u het vervelend dat u moeite moet doen om vondsten te melden? Bedenk dan dat tot 2016 metaaldetectie in Nederland verboden was. Nu is metaaldetectie op veel plaatsen toegestaan. Wel is het belangrijk dat er nog steeds op een zorgvuldige manier met ons gemeenschappelijke verleden wordt omgegaan. En daar hoort het melden van vondsten bij. In ruil daarvoor mag u de vondsten houden.