Uit het onderzoek blijkt dat de vernietiging van de dossiers niet plaatsvond volgens de Archiefwet. De bewaartermijn van vijf jaar, die als basis diende voor de vernietiging, is niet vastgesteld volgens de regels. Vanaf 1972 moest op grond van de Archiefwet bij het vaststellen van bewaartermijnen een bepaalde procedure worden gevolgd. In deze procedure wegen meerdere partijen verschillende belangen af voordat de bewaartermijnen worden vastgesteld.
Er is geen bewijs dat het ministerie van Justitie en Veiligheid deze procedure heeft gevolgd voor de bewaartermijn van vijf jaar. Dat was juist van waarde geweest: één van de belangen die werden meegenomen in de procedure was dat van de ‘recht- en bewijszoekende burger’. Dit belang is duidelijk relevant bij het bewaren van informatie over een adoptie. Er is echter niet aantoonbaar rekening mee gehouden.
De Inspectie heeft meer tekortkomingen geconstateerd. De registratie van adoptiedossiers was bijvoorbeeld gebrekkig. Het totaalbeeld is dat van een onzorgvuldig beheer.