Vondsten op enkele meters diepte
De eerste verdachte, uit Meerlo, begon in 2018 met het graven van een groot gat op de plek waar in zijn dorp op 28 mei 1944 een Spitfire was neergestort. Op enkele meters diepte vond hij inderdaad resten van het vliegtuig. Hij haalde de twee andere verdachten erbij om hem te helpen met het uit de grond halen van het zware motorblok. Verder vonden de verdachten onder andere goed bewaard gebleven landkaarten, een parachute, een reddingsvest en een aantal zuurstoftanks. De vondsten werden onderling verdeeld.