Een naam die de lading dekt
De Erfgoedinspectie gaat vanaf nu verder onder de naam ‘Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed’. Een stap die nodig was, aldus directeur Barbara Siregar en hoofdinspecteur Arda Scholte.
‘Als we aan mensen vertellen dat we naast het inspecteren van erfgoed ook toezicht houden op overheidsinformatie op basis van de Archiefwet, dan zeggen mensen regelmatig: ‘Goh, nooit geweten’. Voor ons één van de redenen om op zoek te gaan naar een andere naam die meer de lading dekt’, aldus Barbara.
Veranderingen
De wens om de naam te wijzigen, speelde al langer. En dat had niet alleen te maken met de diversiteit aan taken die in de oude naam onvoldoende naar voren kwam. Ook de veranderingen in de wereld lagen ten grondslag aan deze stap. Barbara licht toe: ‘In de afgelopen vijftien jaar is veel veranderd, met name op het gebied van digitalisering. Papier is in de loop der tijd grotendeels verdwenen en dat heeft natuurlijk invloed op ons werk. Arda vervolgt: ’We werken weliswaar vanuit de Archiefwet – wat menig mens doet denken aan papier – maar overheidsinformatie kent inmiddels vele verschijningsvormen. Denk bijvoorbeeld aan e-mails, informatie op websites en op social media. Vandaar dat onze gewijzigde naam het woord ‘overheidsinformatie’ bevat, en niet het woord ‘archief’.’
Digitalisering
Ondanks deze veranderingen is Barbara van mening dat er in essentie niets is veranderd aan de manier van toezicht. Ze legt uit: ‘Toezicht is voor ons gericht op de vraag: Waar zitten de risico’s? Dat kunnen risico’s zijn op wettelijke basis, maar het kunnen ook risico’s zijn waar de wetgever nog niet aan heeft gedacht. Op de eerst genoemde risico’s kun je signaleren, attenderen, inspecteren en eventueel ingrijpen. Bij de risico’s waar nog geen wetgeving voor is, hebben we vooral een belangrijke signalerende functie. Deze manier van werken is er altijd geweest en zetten wij ook nu voort. Het enige verschil is dat de focus in het toezicht door digitalisering is veranderd.’
Dat heeft ook invloed op de kennis van de inspecteurs. Arda: ‘De deskundigheid van de inspecteurs staat voorop. Zij moeten in staat zijn om de juiste vragen te stellen. Je moet op z’n minst dezelfde kennis hebben als diegene waar je toezicht op houdt, en je moet belangstelling hebben voor de veranderingen in de wereld. Waar de inspecteur vroeger bezig was met het toezicht voor papier, zie je dat inspecteurs nu eisen moeten stellen aan een digitale omgeving.’
Ambities
Of de naamsverandering nog effect heeft op de werkzaamheden van de inspectie? ‘Ja, dankzij de naamsverandering kunnen we beter inspelen op actuele ontwikkelingen’, stelt Barbara. ‘Het gaat dan vooral om die ontwikkelingen die in potentie een bedreiging zijn voor de duurzame toegankelijkheid van overheidsinformatie en erfgoed. De technologische ontwikkelingen spelen natuurlijk al langer. Wél hebben we voor de komende periode een aantal thema’s opgesteld in ons Werkprogramma 2019-2020.’ Arda noemt onder andere het onderzoek naar de samenhang tussen de Algemene Gegevensverordening en de Archiefwet. ‘Dit willen we samen met de Autoriteit Persoonsgegevens doen. Ook kijken we naar de digitale duurzaamheid in de rijksmusea.’
Trots
Aan ambities overigens geen gebrek. De organisatie bestaat op dit moment uit een klein team van slechts 21 personen die een breed werkterrein moeten bedienen. Barbara en Arda hopen dat dit aantal in de nabije toekomst kan worden uitgebreid. Barbara: ‘We zijn de kleinste inspectie van het Rijk. En ik ben best trots, want met z’n allen krijgen we relatief veel voor elkaar’. Arda vult aan: ‘We brengen hele mooie rapporten uit, maar we moeten nu wel erg selectief zijn. Met een eventuele uitbreiding in het team kunnen we ons toezicht verder verbreden.’